top of page
Search

Open brief aan beoogd minister Weerwind

Geachte heer Weerwind,


Van harte gefeliciteerd met uw benoeming als minister voor Rechtsbescherming. U krijgt ongetwijfeld diverse mapjes en mappen te lezen over een veelheid van onderwerpen waar u straks van bent. Ik wil graag twee A4tjes toevoegen aan het mapje ‘#stelselherziening #rechtsbijstand’, die uw voorganger vier jaar geleden in gang heeft gezet. Die herziening is nu ongeveer op de helft, aan het eind van uw ambtsperiode moet alles wat nu nog in de bouw- en testfase verkeert tot wetgeving en beleidsregels zijn geformuleerd. Dat wordt nog een hele klus.

Ik begin met een onderdeel waarvan de testfase nog moet beginnen, het vervangen van het klassieke vergoedingensysteem voor de gesubsidieerde rechtsbijstand door een financiering van pakketten voor rechtshulp. Zo’n pakket ziet op een levensgebeurtenis - een life event, zoals het in de stukken heet - waar een scala aan op te pakken kwesties achter schuilgaan. Denk aan een echtscheiding waar vraagstukken van voogdij, alimentatie en boedelscheiding bij horen, of een ontslag dat tot uitkeringsafhankelijkheid leidt. Ik zeg het maar eerlijk, ik ben redelijk sceptisch over dit voornemen, niet omdat ik denk dat het niet zou kunnen - alles kan als je er maar genoeg energie in stopt - maar omdat ik er niet direct een meerwaarde van zie. Kort en goed: welk probleem gaat deze behoorlijk complexe operatie oplossen? Ik wil niet direct voorstellen dit hele idee overboord te gooien, maar wel om de illusie los te laten dat het pakketconcept bruikbaar is - en dus ontwikkeld moet worden - voor alle kwesties waarvoor mensen zich tot een advocaat wenden. U maakt het uzelf alleen maar erg ingewikkeld door dat niet te doen.

Over problemen gesproken, uw voorganger was dol op de combinatie ‘probleem’ en ‘oplossen’ in relatie tot rechtshulp en rechtspraak. Mijn suggestie: neem hier in de volgende nota eens wat afstand van. Niet elke kwestie die de rechter of rechtshulpverlening bereikt laat zich formuleren als een probleem dat door deze magistraat of door goede (rechts-)hulp opgelost kan worden. Sommige rechtsgeleerden bestempelen de idee van probleemoplossing door de rechter zelfs als een wensdroom, of - met verwijzing naar Jan Leijten (een bekende rechtsgeleerde uit de vorige eeuw) - gevaarlijke arrogantie.[1] Zo ver zal ik niet gaan, probleemoplossing kán voor bepaalde kwesties de betere remedie zijn, maar een veralgemenisering is tot mislukken gedoemd. Sterker, deze weg is risicovol omdat hij iets belooft dat niet altijd waargemaakt kan worden. Iets meer bescheidenheid over het vermogen van de overheid of van de rechter om problemen op te lossen is op zijn plaats, dat lijkt me een mooie beginzin voor uw eerste debat in de Tweede Kamer. Daar komt bij, oplossen is mooi als het lukt, maar in een rechtsstaat hebben we soms ook de zwaardmacht van het recht en van de rechter nodig. Uw departement heet tenslotte ministerie van rechtsbescherming en niet voor rechtsoplossing.

Mijn derde suggestie betreft de uitvoering. In het mapje ‘stelselherziening’ staan ook passages over een meer klantvriendelijke uitvoering, waarvoor uw voorganger een ‘Aanjager’ heeft aangesteld. Mooi initiatief, meneer Weerwind. Maar mag er óók oog zijn voor het feit dat uitvoerders werken binnen de grenzen die door u en uw collega’s getrokken worden? En dat wat we nu ‘onbarmhartige uitvoering’ noemen niet altijd voortkomt uit onwil, maar soms uit onmacht omdat de wet - de regel, de interne instructienorm - de eventuele zelf-gewenste lankmoedigheid in de weg staat? Misschien is een meldpunt ‘onbarmhartige regelgeving’ wel een goed idee. Anoniem voor wie daaraan behoefte heeft - bijvoorbeeld ambtenaren bij ministeries, gemeenten of een publieke uitvoerder - ondertekend voor wie hun stem liever in de openbaarheid laat horen.

Ten vierde - en dan stop ik want u heeft al genoeg te lezen - wil ik iets kwijt over de intentie van uw voorganger het speelveld van de gesubsidieerde rechtsbijstand te verruimen door de #rechtshulppakketten te gunnen aan degene die de beste kwaliteit levert tegen de (voor de overheid?) meest gunstige voorwaarden. Voor de overwegingen waarom dat een goed idee is en hoe die regeling er ongeveer uit zou moeten zien, verwijs ik naar bladzijde 8 van de contourennota van uw voorganger uit 2018.[2] Ik doe dat bij gebrek aan beter, want ondanks alle nadien verschenen voortgangsrapportages (we zijn inmiddels bij nummer 6) is dit concept nog niet verder uitgewerkt. Het ligt als een pasgeboren baby te wachten tot iemand hem of haar helpt tot wasdom te komen. Mijn advies: gooi dit kind met het badwater weg. Ik heb hiervoor drie argumenten.

Eén. De markt verruimen betekent aanbesteden, aanbesteden betekent veel papierwerk en veel, heel veel nooit vergoed werk. Vooral kleinere spelers met niet zulke diepe zakken zullen in zo’n situatie afhaken. En de geschiedenis van de sociale voorzieningen kent maar weinig echte succesverhalen op dit punt. Vaker is de conclusie achteraf: veel bureaucratie, weinig rendement. Uw voorganger leek deze ‘doorbreking van het monopolie van de (sociale) advocatuur’ te willen, vanuit de overweging dat rechtsbijstandsverzekeraars ‘het werk’ sneller, efficiënter en effectiever kunnen, waardoor de overheid ‘meer voor minder’ zou krijgen. Helaas, die theorie dekt maar een deel van het verhaal en dat brengt me bij het tweede argument waarom dit idee overboord zou moeten.

Het te verdelen werk bestaat voor een deel uit zaken die verzekeraars inderdaad graag naar zich toe zullen trekken, en een behoefte aan rechtshulp waarvoor mensen niet bij deze spelers terecht kunnen. Denk aan strafzaken, echtscheidingen en delen van de sociale zekerheid. Het in gang zetten van deze verruiming zet een proces in werking, waarbij de sociale kantoren - die wél op alle terreinen werkzaam zijn - steeds meer in de verdrukking komen. En dat proces zal onomkeerbaar zijn. Het gaat me nu niet per se om die kantoren - dat is uiteraard ook niet uw eerste zorg - maar om de kwaliteit van de rechtshulp. Zoals een ongeluk zelden alleen komt, zo worden mensen die met pech te maken krijgen vaak door meerdere soorten onheil getroffen. Mensen die ontslagen worden, vallen soms meteen terug op de #Participatiewet en krijgen dan te maken met de kostendelersnorm, om maar één van de (zeer) vele voorbeelden te noemen. De #sociale #advocatuur heeft een lange historie van betrokkenheid bij en expertise van samenhangende problemen en ze hebben die verbanden dan ook al lang en breed gelegd. Verzekeraars hebben een sterke trackrecord op de terreinen WWW (werken, wonen, winkelen) en dan met name voor de zogeheten middengroepen. Maar ze missen de expertise om die dwarsverbanden wel met succes te leggen.

Bovendien en dat is mijn derde argument, sluit de manier waarop verzekeraars hun dienstverlening hebben georganiseerd slecht aan bij de behoeften van mensen met weinig ‘doenvermogen’. Mensen die langs willen kunnen komen en dan ook echt te woord gestaan willen worden. Dat hoeven verzekeraars ook niet, want die mensen horen doorgaans niet tot hun doelgroep. Maar als dat straks wel het geval is, is het wachten op ongelukken. Weet u hoeveel uitzendingen consumentenprogramma’s als Kassa en Radar al aan (#rechtsbijstands-)#verzekeraars gewijd hebben? Ik ben de tel kwijt.


Alles afwegend is dan ook de vraag wat de burger met een rechtshulpprobleem met deze beoogde concurrentieslag opschiet. Wordt de rechtshulp daardoor beter of raakt hij straks juist verder van huis? En wegen de nadelen die ik net noemde echt op tegen de ‘meer-voor-minder’ overweging, waarvan nog maar de vraag is of deze opgaat? Ik zei het al, het in gang zetten van deze verruiming is waarschijnlijk onomkeerbaar, dus u zou de rechtstaat Nederland een grote dienst bewijzen door dit plan definitief naar de prullenbak te verwijzen.


Ik wens u veel wijsheid - en ook werkplezier - toe met deze prachtige functie.


w.g. Mies Westerveld.

Em. hoogleraar Sociale rechtshulp


[1] J. Vranken en M Snel, De civiele rechter in Nederland op de schopstoel, NJB 2019/687, o.v.n. J.C.M. Leijten, De rechter op de schopstoel (1970). [2] Contouren herziening stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand, brief van de minister van Rechtsbescherming d.d. 9 november 2018 Kamerstukken II 2018/19, 31753,155.

405 views3 comments

Recent Posts

See All

Huiswerk voor de minister voor rechtsbescherming!

Het coalitieakkoord bevat een aantal opdrachten voor de minister voor rechtsbescherming. Zo moet hij zorgen voor een verlaging van het griffierecht, voor een versterking van de sociale advocatuur en h

bottom of page